12 2024 • Achteraf opgestelde partage-overeenkomst overtuigt niet

Beweert een btw-ondernemer dat een gefactureerd bedrag voortvloeit uit een partage-overeenkomst? Dan helpt het niet als deze overeenkomst is opgesteld nadat de eerste diensten zijn verleend.
Een bv houdt zich bezig met projectontwikkeling zonder eigendom van de onroerende zaken. De inspecteur constateert na een boekenonderzoek dat de aangiften omzetbelasting niet overeenkomen met de financiële administratie. Hij concludeert dat de bv bepaalde ontwikkelwerkzaamheden onder bezwarende titel heeft verricht. De bedragen die de bv heeft gefactureerd voor deze werkzaamheden zijn daarom belast met btw. Daarom legt de Belastingdienst voor de jaren 2018 en 2019 aan de bv naheffingsaanslagen omzetbelasting op van € 21.232 respectievelijk € 14.901. Ook heeft de inspecteur belastingrente in rekening gebracht en de bv boetes opgelegd. De bv gaat in beroep tegen de navorderingsaanslagen, belastingrente en boetes.
Overeenkomst is na de eerste diensten opgesteld De bv overlegt een overeenkomst tot winstdeling die is opgesteld op 3 december 2019. Bedragen die voortvloeien uit zo’n partage- of winstdelingsovereenkomst zijn niet belast met omzetbelasting. Maar Hof Arnhem-Leeuwarden erkent de overeenkomst niet als zodanig. Het hof meent dat de overeenkomst niet de economische realiteit weerspiegelt omdat zij pas na de eerste diensten is opgesteld. Het hof oordeelt dat de naheffingsaanslagen terecht en tot het juiste bedrag zijn opgelegd. De vergrijpboete voor 2018 wordt wel vernietigd, omdat de inspecteur tot deze conclusie is gekomen.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 19-11-2024 (gepubl. 29-11-2024).
De beschikking van de 30%-regeling liep tot 1 januari 2021. Tegen die beschikking
is geen bezwaar gemaakt, zodat die beschikking onherroepelijk vaststaat. De rechtbank
komt daardoor niet meer toe aan de beoordeling of het einde van het overgangsrecht
Belastingplan 2019 in strijd is met enige wet- of regelgeving.

Hoewel een belastingplichtige een voordeel behaalt met het eigen gebruik van een woning
in box 3, hoeft hij daar niet (extra) inkomstenbelasting over te betalen.

Een bv kan geen aftrek claimen van voorbelasting over activiteiten waarvan de omzet door een zustervennootschap wordt verantwoord.
lees meer
De verhuizing naar een andere woning betekent niet per definitie dat de werkruimte in de oude woning is te heretiketteren tot ondernemingsvermogen.
De verhuizing naar een andere woning betekent niet per definitie dat de werkruimte in de oude woning is te heretiketteren tot ondernemingsvermogen.
lees meer