Bezig met laden.
Een moment aub.

Nieuws
Financiëel Nieuws

11 2024  •  Dga handelt bij verkoop woning als btw-ondernemer


Een dga bezit sinds 1997 twee panden die aanvankelijk als kantoorpand worden gebruikt. Na beëindiging van de ondernemingsactiviteiten, gaat een stichting het kantoorpand huren. Nadat de stichting in 2012 de huur opzegt, besluit de dga het pand te transformeren en op het achterliggende terrein twee woningen te bouwen. In eerste instantie geeft de Belastingdienst aan dat de levering van de woningen niet is belast met omzetbelasting. Echter, in 2017 verandert de Belastingdienst van standpunt en stelt dat de levering van de woningen wel belast is met omzetbelasting, omdat belanghebbende als ondernemer handelt. In 2018 verkoopt de dga één van de woningen, waarbij hij overdrachtsbelasting in plaats van omzetbelasting in rekening bracht. De inspecteur legt vervolgens een naheffingsaanslag omzetbelasting op. De rechtbank heeft deze aanslag vernietigd. De inspecteur gaat vervolgens in hoger beroep. Bij Hof Arnhem-Leeuwarden is het de vraag of de levering van de woning belast is met omzetbelasting. Is sprake van een voor de omzetbelasting belaste levering, dan is de dga van mening dat de inspecteur het vertrouwens- en zorgvuldigheidsbeginsel heeft geschonden.

Dga heeft als btw-ondernemer gehandeld Hof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat de dga btw-ondernemer is gebleven omdat hij met de verhuur van het kantoorpand een vermogensbestanddeel heeft geëxploiteerd om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen. De verhuuractiviteiten als zodanig zijn niet beëindigd. Daardoor heeft de dga als btw-ondernemer gehandeld en is de levering van de woning belast met omzetbelasting. Het hof verwerpt het beroep op het vertrouwens- en zorgvuldigheidsbeginsel, omdat de toezeggingen van de Belastingdienst niet op de uiteindelijke situatie van toepassing waren en het tijdverloop niet leidde tot gerechtvaardigd vertrouwen. Het hof handhaaft de naheffingsaanslag.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 12-11-2024 (gepubl. 22-11-2024).

Hof bevestigt dat cryptovaluta in box 3 zijn belast

Hof Amsterdam bevestigt dat ondanks hun bijzondere kenmerken cryptovaluta vermogensbestanddelen zijn die in beginsel in box 3 vallen.

lees meer
Stelsel vóór 2017 geen grond voor ambtshalve vermindering

De inspecteur hoeft een verzoek om ambtshalve vermindering van aanslagen IB/PVV over jaren vanaf 2017 niet in te willigen als dit verzoek is gebaseerd op wetgeving en rechtspraak over jaren vóór 2017.

lees meer
Eigenwoningregeling inkomstenbelasting levert geen ‘trouwboete’ op

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de eigenwoningregeling niet leidt tot schending van mensenrechten. Aan de fiscale wetgever komt een ruime beoordelingsvrijheid toe.

lees meer
Annuïtaire aflossingsverplichting essentieel voor renteaftrek

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een lening voor een woning niet kwalificeert als eigenwoningschuld in de zin van de Wet IB 2001. Er is namelijk geen contractuele annuïtaire aflossingsverplichting overeengekomen bij het aangaan van de lening.

lees meer
archief