Bezig met laden.
Een moment aub.

Nieuws
Financiëel Nieuws

09 2024  •  Hof geeft vuistregels bij boetevermindering


Een bv doet op 31 december 2019 een dividenduitkering van € 347.000. De Belastingdienst ontvangt de aangifte dividendbelasting op 10 januari 2020. Maar de bv draagt de dividendbelasting niet binnen een maand na de dividenduitkering af. Daarom legt de inspecteur haar een naheffingsaanslag dividendbelasting op. Ook krijgt de bv een verzuimboete opgelegd van 3% van de niet-afgedragen dividendbelasting. De bv gaat in bezwaar en beroep tegen de boete. Voor Hof Amsterdam stelt zij dat zij op 31 december 2019 voor het eerst een dividenduitkering heeft gedaan. De bv was toen niet bekend met de wijze waarop zij de aangifte dividendbelasting moest indienen. Zij stelt op het verkeerde been te zijn gezet door de werkwijze met betrekking tot de inhouding en afdracht van loonheffing. Bovendien heeft de bv na het ontvangen van de naheffingsaanslag de belasting, boete en belastingrente direct betaald. Ten slotte drukt de boete zwaar op de bv.

Doel van verzuimboete Het hof overweegt als volgt. De verzuimboete dient belastingplichtigen te stimuleren om hun wettelijke verplichtingen na te komen. In beginsel mag de fiscus daarom een verzuimboete opleggen als vennootschappen niet op tijd de dividendbelasting betalen. Maar het doel van de verzuimboete is ook te behalen met een verzuimboete van minder dan 3%. Bovendien moet de hoogte van de boete in een evenredige verhouding staan tot de ernst van de verwijtbare gedraging. In deze zaak vindt het hof gezien de omstandigheden een matiging van de boete op zijn plaats. Het hof verlaagt de verzuimboete daarom van € 1.561 naar € 1.000.

Vuistregels boetevermindering Daarnaast past het hof een verdere verlaging toe van de boete naar € 950 omdat de redelijke termijn is overschreden. Het hof heeft de verlaging van de verzuimboete gebaseerd op de volgende vuistregels. Een vermindering van de boete wegens overschrijding van de redelijke termijn blijft achterwege als de boete minder dan € 1.000 bedraagt. De belastingrechter volstaat dan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden. Anders bedraagt de vermindering:

  • 5% van de boete, maar maximaal € 2.500, als de redelijke termijn is overschreden met minder dan zes maanden,

  • 10% van de boete, maar maximaal € 2.500, als de redelijke termijn is overschreden met zes tot twaalf maanden,

  • 15% van de boete, maar maximaal € 10.000, als de redelijke termijn is overschreden met een jaar tot twee jaren,

  • 20% van de boete, maar maximaal € 20.000, als de redelijke termijn is overschreden met minstens twee jaren.

Bron: Hof Amsterdam 17-07-2024 (gepubl. 03-09-2024).

HR: Verhoor zonder rechtsbijstand onrechtmatig

De Hoge Raad heeft bevestigd dat het nultarief omzetbelasting terecht is geweigerd. Maar de Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat de inspecteur de ondernemer had moeten wijzen op het recht op rechtsbijstand voorafgaand aan de verhoren.

lees meer
Erfbelasting voor biologische kinderen discriminerend

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Successiewet 1956 in strijd is met het discriminatieverbod. Het betreft het hoge tarief erfbelasting dat van toepassing is voor een verkrijging door een kind dat niet juridisch is erkend door zijn biologische vader, maar wel een nauwe persoonlijke band (family life) met die vader had.

lees meer
Fiscus beoordeelt geen modelovereenkomsten meer

Per 6 september 2024 is de Belastingdienst gestopt met het beoordelen van modelovereenkomsten in verband met de afschaffing van het handhavingsmoratorium.

lees meer
Studie- en fitnesskosten zijn geen ondernemerskosten

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een onderneemster niet geslaagd is om aan te tonen dat de opgevoerde studie- en fitnesskosten van de kinderen zijn ingegeven door zakelijke motieven.

lees meer
archief